Archief Gooi en Vechtstreek
Archiefdienst voor het Gooi en de Noordelijke Vechtstreek
De paardenmeester aan het werk.
In 1731 leggen een aantal Loosdrechters een verklaring af over de vreemde ziekte die de paarden van de tamelijk bemiddelde Amsterdamse koopman Daniel Deutz onder de leden zouden hebben, dat bleek zich te hebben afgespeeld in het jaar 1729. Even werd zelfs gedacht aan een besmettelijke ziekte, de ‘smoor droes’. In deze getuigenverklaring wordt duidelijk dat de Hilversumse ‘paardenmeester’ Harmen Hooglandt (alias de distelboer) erbij werd gehaald en de paarden bij de woning van Deutz in Loosdrecht had onderzocht. Volgens de paardenmeester was het te wijten aan het overdadig voeren en zouden zij vanzelf weer genezen, een besmettelijke ziekte sloot hij uit. Verderop in de akte staat geschreven dat inderdaad de paarden weer beter werden en Harmen had het dus bij het rechte eind.
In deze akte wordt ook melding gemaakt dat Deutz in 1730 van de gebroeders Focker uit Hilversum paarden hadden gekocht. Het is niet duidelijk waarom precies die twee zaken opgetekend werden in deze verklaring, maar schijnbaar was er later een onenigheid over deze koop.
Van Daniel Deutz bestaat er nog een mooi portret, van Harmen hebben wij zoiets niet gevonden. Wel bleven zijn kinderen en generaties na hen nog in het Gooi wonen, misschien bent u wel een nazaat van deze paardendokter? U kunt dat bij ons op het Streekarchief gaan proberen uit te zoeken!
Bronnen:
