De Laarder Eng
Dit vignet uit de ‘De Nederlandsche stad- en Dorp-beschrijver’ deel 3 (1795) toont de eng (akker), kerktoren en molen van Laren. De akker wordt geploegd door ongetwijfeld een erfgooier.
De akkers voorzagen in de levensbehoeften van de dorpelingen die overigens hun vee en schapen lieten grazen op de meenten en heiden. Hooiland wonnen ze van de zogenoemde maten bij Huizen, gelegen aan de toenmalige Zuiderzee.